Nitriet deel 2
In het artikel “Nitriet deel 1” hebben we geconstateerd waardoor er een nitrietpiek in de vijver kan ontstaan en welke symptomen dit bij de vissen tot gevolg kan hebben. In dit laatste deel gaan we bekijken hoe we een nitrietpiek kunnen voorkomen en welke maatregelen we moeten nemen wanneer er toch een piek ontstaat.
Preventieve maatregelen
Bij de ingebruikname van een nieuwe filter (bijvoorbeeld na de bouw van een nieuwe vijver of het vervangen van de filterinstallatie) doet zich het “nieuwe vijversyndroom” voor. Doordat zich in een “maagdelijk” filter onvoldoende nitrificerende bacteriën bevinden om de door de vissen geproduceerde ammoniak via nitriet om te zetten in nitraat, ontstaat in de vijver vaak eerst een ammoniakpiek, gevolgd door een nitrietpiek.
Om deze nitrietpiek zo laag mogelijk te houden (idealiter te allen tijde onder de 0,2 milligram per liter) kun je de volgende maatregelen overwegen:
- Je visbestand en voergedrag héél langzaam opvoeren, zodat de nitrificerende bacteriën meer tijd krijgen om op oorlogssterkte te komen.
- Het proces trachten te versnellen door toevoeging van bacteriepreparaten.
- De bestaande filter of het filtermateriaal daarvan (indien voorradig) in eerste instantie mee laten draaien en in delen verwijderen, zodat de nieuwe installatie het kan overnemen.
- Filtermateriaal buiten de vijver met behulp van huishoudammoniak op te starten voor de vijver of het filter in gebruik worden genomen.
- Veel water te verversen gedurende de opstartfase.
- De temperatuur van het vijverwater te verwarmen tot boven de 15 graden, of het opstarten zo plannen dat dit in de zomer plaatsvindt.
- Geen voor de nitrificerende bacteriën schadelijke middelen te gebruiken in de vijver met meedraaiend filter.
Nitrietpiek
Mocht zich toch een nitrietpiek voordoen in de vijver, dan zullen maatregelen genomen moeten worden om dit te verhelpen en om het nitriet minder schadelijk te maken. (Deels) verhelpen doet u door te stoppen met voeren, veel en regelmatig water te verversen en de omstandigheden te creëren waardoor uw bacteriekolonie zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Bij een nitrietwaarde boven de 0,4 milligram per liter is het daarnaast verstandig om 1,0 tot 1,5 kilo zout per kuub te gebruiken. Dit voorkomt namelijk het verstikkende effect van nitriet. Nitriet verhindert namelijk het zuurstoftransport door de rode bloedlichaampjes naar de organen en spieren van de vis. Het chloride-ion van zout voorkomt dit (ten dele). Hierdoor geeft u de vis letterlijk meer ademruimte en uzelf dus meer tijd om het probleem op te lossen. Het zout moet bij verversingen nagedoseerd worden, totdat de nitrietpiek (vrijwel) weg is. Daarna gaat u verversen zonder zout na te doseren, zodat dit langzaam uit de vijver verdwijnt.
Wilt u echt alles over waterkwaliteit en watersamenstelling weten? Wij verkopen het prachtige, informatieve boek KoiBijbel: Waterkwaliteit van Joop van Tol via onze webshop!
Joop van Tol