Koi Beoordelen Patroon (deel 1)
Bij In het Koi Beoordeling hebben we het gehad over lichaamsbouw (40% van de punten) en huidkwaliteit (30% van de punten). Het derde beoordelingscriterium bij het jureren van koi is het patroon. Hoewel dit vooral voor beginnende hobbyisten als heel belangrijk wordt ervaren, is hier op een koishow “slechts” 20% van de beschikbare punten mee te behalen. Toch valt er heel wat te vertellen over patronen op koi. Zoveel zelfs dat ik hier twee artikelen aan zal besteden.
Wat is een patroon?
Een patroon zou je kunnen definiëren als:
“Een cluster van aaneengesloten (denkbeeldige) schubben, die een andere kleur hebben dan de basiskleur”
De term “denkbeeldig” is hier opgenomen voor Doitsu (schubarme vissen). Doitsu kan dus ondanks het ontbreken van schubben wel een patroon hebben, mits dit patroon voldoende groot is (groter dan enkele denkbeeldige schubben bij een qua grootte vergelijkbare wagoi).
Bovenstaande definitie betekent dat een individuele schub in een afwijkende kleur niet als patroon wordt gezien. Een shimmy (zwart spotje) op een kohaku maakt van hem dus geen Sanke (maar een Kohaku met een foutje). Dit betekent, ook dat een aftekening op de schubben, zoals bijvoorbeeld de zwarte kernen van de schubben bij een matsuba en de aftekening van het ai/sumi op een Goromo of Goshiki NIET als patroon worden gezien. Of iets wel of niet als patroon zien is belangrijk bij de indeling in de verschillende showklassen op een koishow.
Wel of geen patroon?
Een koi zonder patroon hoeft niet per definitie éénkleurig te zijn. In de vorige paragraaf gaf ik al aan dat een matsuba géén patroon heeft. Toch heeft een matsuba twee kleuren, namelijk zwart in de schubkernen en wit (bij Shiro Matsuba), rood (bij Aka Matsuba) of geel (bij Ki Matsuba) als basiskleur. Ook de kleuren van de vinnen tellen niet als patroon. Een soragoi met bruine vinnen is nog geen Ochiba Shigure (dat is hij pas als het bruin op het lijf aanwezig is).
Variëteiten
In het artikel “Wat is een koivariëteit” hebben we gezien dat het soort patroon een belangrijke factor is in de bepaling met welke variëteit je te maken hebt. Zo zijn er wel tien variëteiten die zwart en wit als enige kleuren hebben. Het soort patroon bepaalt dan onder welke variëteit de koi geschaard kan worden.
Patroonsoorten
De verschillende patroonsoorten die we onderscheiden zijn:
- Zadelpatroon
- Hierbij wordt het patroon geacht over de denkbeeldige lijn van de rugvin heen te lopen. Het patroon ligt dus als een soort zadel op de vis. Denk aan het rode patroon van een Kohaku of het bruine patroon van een Ochiba Shigure.
- Haarklempatroon
- Hierbij komt het patroon als het ware van onder de lateraallijn naar boven, maar passeert de denkbeeldige lijn van de rugvin niet. De vis wordt dus van onderuit “ingeklemd” door dit type patroon. Te vergelijken met een haarklem waar het knijpgedeelte onder zit en waarvan de “tanden” de vis omklemmen. Denk aan het zwarte patroon van Utsuri en Showa.
- Vlekpatroon
- Dit betreffen over het algemeen kleine patronen, die zich redelijk willekeurig op het lichaam van de koi manifesteren, maar meestal wel boven de lateraalllijn. Denk aan het zwarte patroon op een Bekko en Sanke.
- Lineair patroon
- Hierbij loopt het patroon evenwijdig met de lateraallijn. Het patroon kan zich zowel onder als boven de lateraallijn voordoen, maar wordt geacht de denkbeeldige lijn van de rugvin niet te overschrijden. Denk aan het zwarte patroon op een Kumonryu of het rode patroon van en Shusui.
Tot slot
In het volgende artikel ga ik dieper in op de schoonheidsidealen die bij het beoordelen van het onderdeel patroon aan de orde komen. Patronen kunnen een vis maken of breken.
Joop van Tol