Koi Beoordelen Inleiding
Aan het begin van het showseizoen is het interessant om eens te kijken waar de jury nu precies op let tijdens het beoordelen van de deelnemende koi. De kennis die u daarvoor in deze te starten artikelenreeks gaat opdoen, maakt niet alleen het bezoeken van een koishow een stuk interessanter, maar kunt u ook aanwenden bij de aanschaf van een nieuwe aanwinst voor uw vijver. Overigens hoeft u daarbij niet te denken aan kapitale vissen met “Grand Champion” potentie, maar geldt dit voor iedere prijsklasse. Hoe gaaf zou het zijn als u binnen uw budget gewoon de beste vis uit een verkoopbak kunt selecteren? Of het nu gaat om een vis van 50 of 5.000 euro maakt daarbij niets uit. Het gaat namelijk om de beste prijs-/kwaliteitsverhouding, waarbij de kans op maximaal plezier van uw nieuwe aanwinst het grootst is wanneer u de beste vis kunt selecteren.
Waarschijnlijk denkt u: “ik koop wat ik mooi vind, ik moet er immers naar kijken”. Die gedachte is uiteraard volkomen terecht. Toch kan het voorkomen dat u een vis selecteert “om dat leuke rode lipje”, terwijl de vis op het gebied van bijvoorbeeld bouw mankementen vertoont. Wanneer u dan twee jaar later naar een scheve koi van ruim 50 centimeter kijkt, is dat rode lipje ineens niet zo aantrekkelijk meer. Kortom, probeer verder te kijken dan een leuk patroontje of fancy kleurtjes, als het goed is moet u namelijk jaren naar deze vis kijken.
Criteria
Koi op een koishow worden beoordeeld op vier criteria. Deze criteria kunt u dus ook toepassen bij het aanschaffen van een nieuwe aanwinst. Allereerst wordt er beoordeeld op lichaamsbouw. Dit is veruit het belangrijkste onderdeel en is goed voor maar liefst 40% van de te vergeven punten. Lichaamsbouw is een zeer ruim begrip met vele facetten, waaronder de bouw, de kop, de vinnen, de schubben en de huid vallen. Het tweede criteria betreft de huidkwaliteit, hieronder vallen de intensiteit en uniformiteit van de kleuren, maar ook de slijmhuid, de glans (teri), fukurin en de overgang van patroonkleur naar lichaamskleur (Sashi en Kiwa). 30% van de punten gaan naar dit onderdeel. Als derde onderdeel wordt het patroon beoordeeld. Voor beginnende hobbyisten vaak het belangrijkste criterium, maar in werkelijkheid “slechts” goed voor 20% van de punten. Denk hierbij vooral aan patroonsoorten en balans. De criteria voor patroon verschillen per variëteit/showklasse, daar waar de overige drie criteria in gelijke mate gelden voor alle variëteiten. Het laatste criterium is het algeheel voorkomen. Denk hierbij aan het samenspel van alle criteria en hoe deze elkaar versterken of verzwakken. Ook de elegantie van de vis (alert, nieuwsgierig) valt hieronder. Goed voor de resterende 10% van de punten.
Ervaring
Het kunnen beoordelen van koi is iets dat in de loop der jaren moet groeien. Misschien 30% theorie, maar vooral ook veel praktijkervaring. Niet voor niets duurt de opleiding tot een gediplomeerd jurylid minimaal vier jaar, met daarin veel seminars en praktijktoetsen. Vaak zie je dat beginnende hobbyisten starten met kwalitatief wat mindere koi en dat na verloop van tijd zelf gaan inzien. Langzaam maar zeker wordt het bestand dan naar een hoger niveau getild. U evolueert als het ware binnen de hobby. Zodra u begint te klagen dat koi “veel duurder zijn dan vroeger”, bedenk dan eens dat uw voorkeur in de loop der jaren wellicht is veranderd en uw smaak verfijnder is geworden 😉
Tot slot
Natuurlijk moet u kopen wat u mooi vindt, toch is het juist het leuke van onze hobby dat wat u mooi vindt in de loop der jaren waarschijnlijk gaat verschuiven. U gaat wellicht van een ratjetoe van (te) veel vissen, naar een beperkter bestand met kwalitatief betere vissen. En zeg nu zelf, wat is er leuker dan tijdens een koishow met gelijkgestemden over een vat gebogen te bomen over Boke, Niban Hi, Hachiware, Tetjima en Ozutsu?
Joop van Tol