Koi Beoordelen Huidkwaliteit
In het inleidende artikel over Koi Beoordelen hebben we vastgesteld dat de huidkwaliteit van een koi tot 30% van het maximale aantal punten kan bevatten en maakt dit (na lichaamsbouw dat goed was voor maximaal 40% van de punten) het één na belangrijkste criterium is bij de beoordeling van koi op een koishow.
Huidkwaliteit is een breed begrip, het betreft hier de intensiteit van de kleuren, de slijmhuid, de glans, maar ook uniformiteit van de kleuren, de kleurovergangen en het eventuele KinGinRin.
Kleurintensiteit
De intensiteit van de kleuren wordt bepaald door de kwaliteit en hoeveelheid pigment die de vis bezit in combinatie met een “dikke” huid. Bij weinig pigment en/of een “dunne” huid kan de vis vaal overkomen en kan de basiskleur door de patroonkleur heen schijnen. Een dunne huid herken je vaak aan de rode adertjes op met name de witte gedeeltes van een koi. Pigment kan gestimuleerd worden door een goede waterkwaliteit, voldoende mineralen en goed voer. Kleurvoer heeft meestal maar een tijdelijk effect en kan voor een roze waas op lichte gebieden zorgen. Overdrijf dit dus niet.
Glans
Glans (teri) is niet alleen belangrijk voor metallic vissen, maar voor elke koi. Doffe vissen zijn geen fraai gezicht. Alleen gezonde vissen, gehouden onder goede, stressvrije omstandigheden zullen in volle glorie stralen. Bij metallic vissen moet de huid tussen de schubben (fukurin) voor de glans zorgen. Schematogromen (kristallen) spelen hier een belangrijke rol in het weerkaatsen van het licht. Bij jonge koi zie je soms ophopingen van de kristallen die glanskorreltjes (fuji) vormen op met name de kop. Dit is vaak een indicatie van een goede metallic glans op latere leeftijd.
Slijmhuid
De slijmhuid dient transparant en dun te zijn. Een gezonde slijmhuid zie je alleen in goed water op parasietvrije koi. De slijmhuid moet de kleur en glans versterken als een soort vernislaagje op de koi.
Uniformiteit
Als een vis bijvoorbeeld een rood patroon heeft, dan dient de teint rood op alle gebieden van de vis hetzelfde te zijn. Een Kohaku die het hele pallet van licht oranje naar diep rood bij zich draagt is ongewenst en geeft een rommelig beeld.
Kleurovergang
De kleurovergang van patroon naar basiskleur (kiwa) dient zo scherp mogelijk te zijn. Een Shiro Utsuri waar het wit via grijs naar zwart gaat maakt minder indruk dan een waarvan er een strakke overgang van sneeuwwit naar pikzwart aanwezig is. Bij Jonge vissen, waar de huid nog dun is mogen één a twee rijen schubben van het patroon doorschemeren in de basiskleur (sashi), dit komt meestal goed als de vis ouder wordt.
KinGinRin
KinGinRin of kortweg GinRin beschrijft de weerspiegeling van de schubben, welke op sommige koi aanwezig is. Hierbij is het belangrijk dat dit uniform verdeeld is over de vis en overal even sterk aanwezig. De achtergrondkleur speelt hier een belangrijke rol, ginrin zal op een lichte ondergrond beter tot zijn recht komen dan op een donkere. Hierdoor is ginrin vaak fraaier op lichte, éénkleurige vissen.
Tot slot
Huidkwaliteit maakt of breekt de vis. Als het er niet inzit zul je, ondanks perfecte omstandigheden, nooit een sprankelende koi krijgen. Het is dus een zeer belangrijk aspect bij de aanschaf van een nieuwe vis.
Fotocredits: René Gerritzen, Joop van Tol
Joop van Tol