Keizer Showa
Zoals we in het artikel over Go Sanke hebben kunnen lezen is de Showa, of eigenlijk Showa Sanshoku zoals de volledige naam luidt, één van de drie belangrijkste variëteiten (Kohaku, Sanke en Showa) die mede daarom in een eigen Showklasse is ingedeeld. De naam dankt deze variëteit aan een bepaalde periode in de geschiedenis van Japan, Showa Jidai genaamd die duurde van 1926 tot en met 1989. Keizer Hirohito (Keizer Showa) was gedurende deze lange periode aan de macht. Het eraan geplakte Sanshoku staat voor driekleur, waarmee aangeduid wordt dat het een driekleurige variëteit betreft. Doordat de Showa in 1927 voor het eerst gekweekt werd door Jokichi Hoshino is het niet vreemd dat de variëteit deze naam kreeg. Keizer Hirohito had immers vlak ervoor de keizerlijke titel verworven in Japan.
Beschrijving
Een Showa is een vis met een zwarte basiskleur en daarop een wit en rood patroon. Het onderscheid met Sanke is soms (zeker voor beginnende hobbyisten) moeilijk, aangezien Sanke over dezelfde drie kleuren beschikt, maar een witte basis met daarop een rood en zwart patroon heeft. Wanneer je een Showa bekijkt zie je vaak niet direct dat de basiskleur zwart is, zeker niet bij Showa met een relatief laag percentage zwart. Er zijn dus andere kenmerken waaruit we moeten afleiden dat we met een Showa te maken hebben.
Showa worden zwart geboren. Dit maakt de eerste selectie bij de kweker gemakkelijk. Uitsluitend de zwarte exemplaren worden aangehouden. Vervolgens kleuren de Showa (vaak grotendeels) wit, waarna het beni (rood) en het sumi (zwart) opkomen als een soort patroon. Showa kenmerken zich door de vaak grote vlakken sumi, die als bergtoppen vanonder de lateraallijn naar boven lopen. De lateraallijn is de lijn die de bovenste helft van de koi scheidt van de onderste helft. Hiermee is direct een belangrijk onderscheid te maken met Sanke, die alleen sumi boven de lateraallijn bezitten. Daarnaast is de kleur van het sumi van een Showa vaak matzwart (zoals een schoolbord), terwijl dat van Sanke veel meer glimt (als natte verf) en daarnaast vaak veel kleinere patronen vormt. Nog een belangrijk onderscheid is dat een Showa sumi op de kop hoort te hebben, terwijl dit bij een Sanke nu juist niet de bedoeling is. Tot slot heeft Showa vaak een zwarte aanzet van de borstvinnen (motoguru), terwijl een Sanke vaak niet meer dan een paar streepjes sumi in de borstvinnen (tetjime) bezit.
Ontwikkeling
De Showa Sanshoku werd pas echt op de kaart gezet in 1964. Tomiji Kobayashi, een hobbyist, kruiste de Showa met een Yagozen Kohaku waardoor deze een enorme opfrisbeurt kreeg en alle drie de kleuren sterk verbeterden. Men spreekt zelfs nu nog over een Kobayashi Showa wanneer men een traditionele Showa met veel sumi bedoelt, waardoor de vis een stoere uitstraling krijgt. Kobayashi werd met één van zijn Showa zelfs Grand Champion van de All Japan Show. Alle hedendaagse Showa stammen af van deze bloedlijn waardoor de nakomelingen van de Kobayashi Showa nog regelmatig deze wereldtitel veroveren (tegenwoordig zelfs veel vaker dan Sanke). De Showa is dan ook een ongekend populaire vis, misschien wel de populairste variëteit na Kohaku. Zeker in Europa mag deze variëteit een grote schare fans tot zich rekenen.
Subvariëteiten
In de jaren 90 werden Showa met meer shiroji (wit) en minder sumi (zwart) populair. Deze zogenaamde Kindai Showa lijken nog meer op Sanke, dan de traditionele Kobayashi Showa. Tot slot is er nog de Hi Showa, die een Showa met grote rode patronen representeert (hi betekent evenals beni rood)
Joop van Tol
www.koitoday.nl