Gezondheid: Ziekteverwekkers
Als je weet waardoor een vis ziek wordt, maakt dat het ook gemakkelijker om het probleem aan te pakken. Het is dus interessant om te weten welke ziekteverwekkers uw koi (en u) het leven zuur kunnen maken. Identificatie van de ziekteverwekker is immers van belang bij de keuze van medicatie bij een eventuele behandeling. Daarnaast kan dit aanwijzingen geven over de oorsprong van het probleem. Het stellen van een diagnose om identificatie mogelijk te maken komt in een later artikel terug. Laten we eerst bekijken welke ziekteverwekkers er zoal bestaan.
Oorsprong
Levende ziekteverwekkers (dus met een organische oorsprong) noemen we met een duur woord Pathogenen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan bacteriën of schimmels. Er bestaan echter ook anorganische ziekteverwekkers, denk hierbij aan vergiftiging door ammoniak, zware metalen, bestrijdingsmiddelen enzovoort of verstikking door zuurstofgebrek of een nitrietpiek.
Pathogenen
De levende ziekteverwekkers bij koi kunnen we onderverdelen in een aantal “hoofdgroepen” welke een aantal vertegenwoordigers hebben die er een parasitaire leefwijze op na houden. Pathogenen zou je dus gemakshalve ook parasieten kunnen noemen. Kenmerkend van een parasiet is dat deze leeft ten koste van een gastheer (in ons geval de koi). Lang niet elke vertegenwoordiger van een hoofdgroep houdt er een parasitaire leefwijze op na, de meesten zijn onschuldig of zelfs nuttig. De hoofdgroep “wormachtigen” bevat bijvoorbeeld ook de gewone regenworm, waar de koi niets van te duchten heeft. Wij focussen ons uiteraard op de vertegenwoordigers met een parasitaire leefwijze.
Hoofdgroepen en parasitaire vertegenwoordigers
Pathogenen of zo u wilt parasieten kunnen we (voor het gemak) in zes hoofdgroepen plaatsen. We doen dit omdat de aanpak (bestrijding) van de vertegenwoordigers binnen een hoofdgroep vaak een gelijksoortige behandeling behoeven. Hoe meer we weten van de ziekteverwekker en zijn bovenliggende groep, hoe effectiever we hem kunnen bestrijden.
- Wormachtigen
- Dit betreffen dierlijke, meercellige organismen met een gesegmenteerd lichaam (nematoden), zuig- of platwormen (monogenea) die helemaal niet lijken op wat wij ons als “worm” voorstellen en lintwormen met hun kenmerkende driehoekige kop (cestoden).
- Vertegenwoordigers: huidworm, kieuwworm, bloedzuiger, camallanus, capillaria, lintworm.
- Kreeftachtigen
- Dit betreffen dierlijk, meercellige, eierleggende organismen. Ze zijn geleedpotig en hebben een uitwendig skelet.
- Vertegenwoordigers: karperluis, ankerworm, roeipootkreeftje
- Protozoa
- Dit betreffen dierlijke, eencellige organismen die nog door de lichtmicroscoop herkenbaar zijn en zich voortplanten door celdeling of cystevorming
- Vertegenwoordigers: costia, trichodina, trichodinella, witte stip, chilodonella, klokdiertje, crybtobia, myxosporea
- Bacteriën
- Eencellige organismen die zich voortplanten door celdeling. Ze zijn met moeite wel zichtbaar onder de lichtmicroscoop maar niet herkenbaar (identificeerbaar).
- Vertegenwoordigers: flavobacterium columnare, pseudonomans (diversen), aeromonas (diversen)
- Schimmels
- Dit zijn “plantaardige”, meercellige organismen zonder bladgroen om in de eigen voedselbehoefte te voorzien. Niet elke schimmelsoort heeft het kenmerkende witte, pluizige voorkomen.
- Vertegenwoordigers: saprolegnia, branchiomyces, dermocystidium.
- Virussen
- Virussen bestaan uit een streng DNA/RNA met een eiwitmantel. Virussen zijn niet zichtbaar onder de lichtmicroscoop.
- Vertegenwoordigers: karperpokken, KHV, lymphocystis, SVC, CEV
Virussen
Tot slot
Bovenstaande lijst betreft de meest voorkomende pathogenen. De lijst is zeker niet volledig. In latere artikelen gaan we in op de individuele vertegenwoordigers (herkenning, oorzaak en behandeling).
Joop van Tol